In 1968 begonnen met de opleiding van 3 maanden voor de Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) Den Haag, te Amsterdam in het Koninglijk Instituut voor de Tropen (KIT) waar we verbleven in dit hotel naast het Tropen Instituut gelegen bij het Oosterpark, Amsterdam Oost.
We hadden een groep van 80 mensen voor verschillende landen, als Kenya, Tanzania, Peru, Bolivia, Botswana en Zambia. We moesten de taal leren, de gewoontes, de streek waar je terecht komt en land en staats kennis. Ik zat in de Zambia groep van 28 mensen, hier onder Leerraren, landbouwers, veeteeltmensen, bouwer, verpleegkundige, huishoudkundige, en ik in eerste instantie als enige monteur.
Er werdt ons elke week duidelijk gemaakt dat er altijd mensen afvallen voor uitzending, dus ieder deed zijn best.
In de opleiding kregen we ook opdrachten (team building) om te kijken of je tegenstress en tegenslagen kan, maar ook hoe je in het leven staat, inzicht in werk ervaring.
Hier moesten we in één dag een gym-lokaal ombouwen dat deze ook gebruikt kon worden voor toneel of uitvoer ruimte van dans programmas. Dit was in de provincie Zeeland het plaatsje Rokanje.
We vlogen van Luchthaven Schiphol via Tanzania naar Lusaka (hoofdstad)Zambia. In Zambia heeft de SNV Zambia een heel groot stuk landgoed (Farm) waar de opvang van nieuwe vrijwilligers plaats vond. Met een kantoor, zaalzalen en huisjes, accomodatie ruimte en een eigen bar. Ook was hier de hoofd werkplaats van SNV Zambia.
Hier verblijft iedere vrijwilliger één maand voor incountry training, kennis making met de verschillende ministeries waaronder gewerkt wordt. Ook kreeg men een kleine opleiding, voor het rijden met een Landrover en het Linkse verkeer.
Kwam als monteur voor de SNV werkplaats, maar door dat er nog op het laatst een andere monteur was aangesteld, werd ik geplaatst als Landbouw monteur in de Noord Westen Provincie (NWP) in het plaatsje Manyinga, al waar ik dan woonde en van hieruit de hele provincie door moest ( drie keer Nederland) voor reparaties en trainingen. Moest hier ook een centrale werkplaats op zetten.
Op de woonplaats Manyinga (Kampje) wonen nog twee vrijwilligers één werkzaam in de veeteeld en de ander in de landbouw, we wonen iedereen in een eigen caravan met ruime waranda en het geheel overdek met een rieten dak.
We hebben gezamelijk één kok en één huisjongen (schoonmaken en was doen).
Toen ik aan kwam stond mijn caravan nog kaal met een voortent, en er stond op het kampje al werk op me te wachten.
Heb wat rond gekeken in Manyinga en we wonen langs de Manyinga rivier die uitmond in de grotere Kabompo rivier.
De lokale bevolking maken dammen in de Manyinga rivier en grote vis fuiken die ze in deze dammen plaatsen.
Ook werd ik natuurlijk aan de Chief (Chikufela) voor gesteld die aan de overkant van het riviertje woont met zijn vier vrouwen.
Elke maand maakte ik twee reizen van 1 week naar
de verschillende posten waar trekkers en toebehoren stonden om deze te repareren daarbij ook lessen en training geven aan lokale chauffeurs en helpers, voor onderhoud en kleine reparaties.
Ik kreeg een puppy, die altijd met me mee ging op trip.
Onderweg zag ik veel gekke dingen, zo ook deze oude stoomtrekker uit lang vervlogen tijden. Deze trekker staat in de bush (bossen) vlak bij het plaatsje Kasempa, waar vroeger mijnbouw werd gedaan.
In de regentijd waren de wegen, zeker in de NWP erg slecht en werden ook wegen afgesloten maar wie er toch door slipte, kon wel eens in moeilijkheden komen, en voor weken vast zitten.
Een van mijn taken om in de Provincie de mensen van nieuwe apparateur, koelkast (werkt op petroleum) , typemachines en papier, petroleum, diesel of benzine en soms meubilair te voorzien. Dit deed ik dan met een oude DAF leger truck, op de terug weg nam ik dan gebroken spullen en lege drums mee, plus veel brandhout. Linker foto, ik reed door een stukje National Wild Park (Kafue) een kudde Olifanten heen, toen ik stopte, kon ik net achter om nog deze foto maken van een klein olifantje die nog over moest steken.